In zijn presentatie op de streektaalconferentie vertelt Daan Hovens over zijn promotieonderzoek naar communicatiepraktijken op een industriële productiewerkvloer in het Limburgs-Duitse grensgebied. Werknemers van beide kanten van de grens komen hier iedere dag en nacht samenwerken. In het verleden bood streektaal een mogelijkheid voor grensoverschrijdende communicatie in deze regio, maar met name aan de Duitse kant van de grens wordt steeds minder streektaal gesproken. Daarentegen zijn Engels en Pools steeds vaker hoorbaar. Is er nog een toekomst voor streektaal op werkplekken als deze, en hoe zou zo’n toekomst eruit kunnen zien?